Project Life in Quarries
CARRIÈRES UNIES DE PORPHYRE
Het project
Meer dan eender welke industrie ook, hebben steengroeven een nauwe band met ecosystemen en het milieu. Als de exploitatie van een steengroeve onvermijdelijk een aanzienlijke verstoring van de topografie en het landgebruik veroorzaakt, kunnen er geschikte habitats worden gecreëerd. Deze habitatnetwerken zijn zeldzaam geworden in België als gevolg van het kunstmatig maken en bagatelliseren van landschappen: rotsachtige of zanderige kliffen en arena’s, puinhellingen, tijdelijke of zeer diepe watermassa’s, kalkstenen gazons of magere weiden, enz.
Uit deze realiteit ontstond het Life in Quarries-project, met als hoofddoel het ontwikkelen en in stand houden van dit potentieel voor het verwelkomen van de biodiversiteit op verschillende winningslocaties die in België actief zijn. De 3 CUP-sites zijn zich bewust van het belang en de uitdagingen van de bescherming van de biodiversiteit en sloten zich aan bij dit project dat medegefinancierd wordt door de Europese Unie, het Waals Gewest, de steengroevensector en verschillende wetenschappelijke partners.
Diverse biologische inventarissen, uitgevoerd door specialisten, hebben bevestigd dat onze actieve sites een omgeving bieden die bevorderlijk is voor de installatie en ontwikkeling van bepaalde dier- en plantensoorten met een hoge biologische waarde: de pionier soorten.
Vervolgens werden actieplannen opgesteld om het onderhoud en de ontwikkeling van deze habitats mogelijk te maken. Deze eerste stap was de “test”-fase die het vervolgens mogelijk maakte om effectieve acties te handhaven om geschikte beheerplannen op te stellen voor de realisatie van onze verplichtingen in de loop van de tijd.
Hier zijn enkele belangrijke acties die op onze sites zijn uitgevoerd
Tijdens de inventarisatie werd vastgesteld dat één van onze sites een belangrijk gastheerpotentieel had voor de Kamsalamander en die nog niet was (her)gekoloniseerd. De afwezigheid van deze soort wordt waarschijnlijk verklaard door te grote afstanden of barrières die hen van de bronpopulaties scheiden.
De herintroductie van individuen werd daarom uitgevoerd met eieren van een naburige populatie die aanwezig was binnen een straal van maximaal 15 km en in dezelfde biogeografische regio.
Er is een netwerk van vijvers aangelegd dat beantwoordt aan de ecologische eisen van de Kamsalamander. Deze bevinden zich momenteel in het proces van herbegroeiing, wat de ontwikkeling van opnieuw geïntroduceerde individuen mogelijk zal maken.
Een ander voorbeeld is de ontwikkeling van oude kalkovens voor vleermuizen
Oude kalkovens hebben bewezen een potentiële gastheer te zijn voor vleermuizen tijdens nest- of broedperiodes. Verschillende soorten zijn ook meerdere keren waargenomen. Het doel van het projectteam Life was dan ook om deze habitats veilig te stellen om er een zomerverblijf of overwinteringsplaats voor vleermuizen te vormen.